In 2000 werden we getrakteerd op een heel ander soort superheldenfilm. Uit het brein van de man die ons The Sixth Sense bracht zien we superhelden in een verder volledig realistische wereld. Maar zijn het wel superhelden?
David Dunn (Bruce Willis) is de enige overlevende van een treinramp en komt er zonder een schrammetje van af. Een ontmoeting met een comicbook kenner zet hem aan het denken. Zestien jaar later maken we in Split kennis met een man die zich The Horde (James McAvoy) noemt. Hij bezit 23 persoonlijkheden en kidnapt drie meisjes om te offeren aan een beestachtige 24ste. De grootste shock is dat David Dunn, uit het eerdere Unbreakable, in de laatste minuten verschijnt en de film in hetzelfde universum plaatst. Nu, in 2019 krijgen we het laatste deel van de trilogie, Glass. Genaamd naar de superschurk uit Unbreakable, Mister Glass (Samuel L. Jackson), een pseudoniem van Elijah Price. Price is superslim en een meesterbrein in het uitwerken van plannen. Echter heeft hij zeer broze botten die al kunnen breken bij een aanraking.
Aan het begin van Glass zit Dunn achter The Horde aan. Bruce Willis kruipt twintig jaar later weer in de huid van de onverwoestbare burgerwacht. Samen met zijn zoon Joseph (Spencer Treat Clark, die ook terugkomt voor zijn rol in Unbreakable) runt hij een beveiligingswinkeltje. Vanuit de winkel kamt hij systematisch de stad uit tot hij uiteindelijk de schuilplaats van The Horde vindt. James McAvoy kruipt weer in de huid(en) van de schizofrene Kevin. Hij doet dit zeer vakkundig en het is bijzonder om te zien hoe snel hij van karakter kan wisselen inclusief maniertjes. Het eindigt met de twee mannen onder het toezicht van Dokter Ellie Staple (Sarah Paulson) in een gesloten inrichting. Ze specialiseert zich in een specifiek soort grootheidswaanzin van mensen die denken dat ze superhelden zijn. Ook Mr. Glass is hier al bijna twintig jaar opgenomen en onder zware verdoving is hij volledig catatonisch. Echter heeft iedereen een eigen agenda. Maar wie bespeelt nu eigenlijk wie?
Waar Unbreakable en Split kozen voor een stijl met veel schaduwen en gestileerde beelden die zo uit de comics leken te komen kiest Shyamalan bij Glass voor een geheel andere stijl. Veel licht en schuine camerahoeken (iets wat ook veel in de Batman serie uit 1966 werd gebruikt) werken vervreemdend, iets wat de gemoedstoestand van de hoofdpersonages goed vertaalt naar het scherm. Ook het gebruik van kleuren geeft Glass een extra symboliek mee. Er zijn een aantal kleuren die door de hele film terugkomen op bepaalde momenten en al met al zit de film goed in elkaar. Misschien is er zelfs wel een aanklacht tegen de hedendaagse superheldenfilms in te vinden. De laatste akte van de film is misschien een afknapper tijdens de eerste kijkbeurt, maar ik denk dat Glass met de jaren meer aanzien gaat krijgen. Shyamalan is misschien een man die veel kritiek krijgt, maar hij doet zijn eigen ding. En dat is op zijn minst bewonderenswaardig.
Reageer op dit artikel